Kleuradvies: Ben ik een koel of een warm type?
/In een kleurenanalyse gaan we kijken tot welk kleurtype jij behoort. In de kleurentheorie zijn er vier seizoenstypes: lente, zomer, herfst en winter. De lente en de herfst noemen we warme types, de zomer en de winter koele types. Niets hiervan heeft met jouw karakter te maken maar wel met de kleureigenschappen waar jij het best mee staat.
Ben je een warm type? Dan sta je best met kleuren die een gele ondertoon hebben.
Ben je een koel type? Dan sta je best met kleuren waar heel veel blauw in zit als ondertoon.
Om te bepalen of je een warm of een koel type bent, kijken we naar de ogen, huid en eigen haarkleur. Tijdens een kleurenanalyse wordt dit allemaal onderzocht.
Hoe weet je nu tot welk kleurtype je behoort?
In de meeste gevallen is het zo dat warme types de meest gevoelige huid vertonen, ze kunnen ook veel roodheid in hun huid hebben of een perzikachtige huidskleur vaak met een warme ondertoon. Ze kunnen een licht ivoorkleurige huid hebben of een goudgele tint.
Koele types hun huidtype kan variëren van porseleinwit tot rozig of ook heel erg bleek of heel donker of olijfkleurige huidskleur. Koele types hebben vaak een stevige huid en een iets vettere huid.
Bij koele types kan hun huidskleur erg verbleken in de winter, warme types houden hun zomerbruin langer vast. Koele types kunnen over het algemeen beter tegen de zon en worden snel bruin. Warme types daarentegen zijn meestal gevoelig voor de zon, moeten zich goed insmeren en worden meestal eerst rood en dan bruin.
Sproeten komt uitsluitend voor bij warme types, niet te vergissen met pigmentvlekken die we meer bij koele types terugvinden.
Naar natuurlijke haarkleur toe zien we vaak dat warme types warme haarkleuren hebben: van goudblond tot roodbruin, kastanjebruin. Warme types hun haarkleur wordt over het algemeen gekenmerkt door een gouden glans.
Bij koele types zien we meestal askleuren of peper en zout kleuren die variëren van asblond tot asbruin, donkerbruin en zwart. Ze hebben nooit een roden of gouden schijn op hun haar.
Een laatste punt om te bekijken welk type je bent, is jouw oogkleur. Meestal zien we bij warme types warme oogkleuren: petrol, turkoois, honingbruin, hazelnootbruin, melk chocolade,..
Koele types hebben over het algemeen koele oogkleuren: grijsblauw, staalblauw, donkerbruin (bijna zwart), groen, cactus, grijs… Vaak zien we ook bij koele types dat zij rond hun iris een dikke rand vertonen en dat ze meer contrast in hun ogen hebben dan warme types.
Warme types daarentegen vertonen vaak een zonuitbarsting rond hun pupil en hun oogwit is minder wit dan bij koele types. Ze hebben minder contrast in hun ogen.
Dit is in grote lijnen waarnaar gekeken wordt om te bepalen of je nu best met warme of met koude kleuren staat. Een bijkomend punt is ook dat elk seizoenstype nog eens onder invloed van een ander seizoen staat. Om maar te zeggen, dat het bepalen van jouw kleurtype meer is dan 1 + 1.
Hopelijk heb ik je hiermee wat wijzer kunnen maken? Wil je toch liever persoonlijk advies? Ik help je graag verder!